© Marie Bouly

Acteurs? Verspreiders van liefde!

Het is een uitgehold cliché: als persoon X een kamer binnenkomt, dan licht die op. Maar wanneer Joke Emmers en Evelien Bosmans hun opwachting maken op onze rendez-vousplek, dan stokken werkelijk alle gesprekken en lijkt een onzichtbare regisseur 100 theaterspots aan te steken. Een gesprek met twee innemende actrices die dit voorjaar schitteren op de bühne van De Kern.

Jullie kennen elkaar al langer dan vandaag. Waar vond de eerste ontmoeting plaats?
Joke: “Het Antwerps Conservatorium waar we elkaar vaak passeerden in de gangen en de binnentuin van de Singel.” 

Evelien: “Ik zag Joke spelen op school, ze speelde Lucifer. Al herinner ik mij ook een leuke avond in café Pallieter.” 

Joke: “Eigenlijk is het Thomas Janssens die ons heeft samengebracht. Hij kreeg van De Kern de vraag om deel te nemen aan een literaire avond voor de opening van Bibliotheek Bist. Hij wou iets doen met Het huwelijksaanzoek van Tsjechov.” 

De kiem van Woodman (het theatergezelschap van Evelien Bosmans, Joke Emmers, Thomas Janssens, Matthias Meersman en Tanya Zabarylo) én van jullie vriendschap ligt dus in De Kern?
Evelien: “Zeker! Tijdens de literaire avond in Wilrijk zat ik nog op school in Maastricht. Thomas was net afgestudeerd en vroeg me om deel te nemen. Ik kende hem al van in de middelbare school. Ik leerde de tekst vanbuiten en één repetitie nadien was het zover.” 

Joke: “De heren van Woodman zaten één jaar boven mij in het conservatorium. Het huwelijksaanzoek werd de inspiratie voor onze eerste voorstelling You may now kiss the bride. We hadden al een erg fijne verstandhouding op school. Ik koester warme gevoelens jegens Evelien. (lacht) Het is gewoon een feest om met Evelien te mogen spelen.” 

Evelien: “Weet je wat zo leuk is? Mijn familie is ook grote fan en supporter van Joke. Als Joke in Mol speelt, gaat mijn mama sowieso kijken. Meestal krijg ik nadien een uitgebreid bericht van hoe waanzinnig goed Joke was en dan eindigt dat echt met MOL LOVES HER. (lacht) En ik natuurlijk ook!” 

Joke: (Guitig) “Ik probeer om wat liefde te verspreiden in Vlaanderen.” 

Hadden jullie durven dromen waar jullie nu al staan in je carrière?
Joke: “Ik had dat nooit durven dromen. Ik ben pas verhuisd en woon nu op de grens met Wilrijk. Bij het verhuizen van mijn boekenkast kwam ik een stapel boeken van schoolgenoten van vroeger tegen. (Vincent Van Meenen, Rebekka De Wit, Suzanne Grotenhuis, ..) Ik was zo trots, zie wat we aan het doen zijn? We zijn gewoon aan het leven van spelen, schrijven… ik had het nooit durven dromen.” 

Evelien: “Ik deel dezelfde gevoelens. Ik bekeek het stap voor stap, eerst de toneelschool afronden. Mijn moeder staat voor de klas, ik zag dat als een mogelijke back-up, gecombineerd met af en toe eens iets te maken. Ik dacht in het begin dat ik nooit zou kunnen leven van die job, maar het is veel beter uitgedraaid.”

De creatieve wereld lijkt een harde wereld met erg veel concurrentie. Hoe moeilijk is het om met teleurstelling om te gaan?
Joke: “Theater is mijn hoofdding. Ik vind het dan niet erg als ik eens een rol voor tv mis, gelukkig heb ik voorlopig genoeg werk. Ik heb ook leren relativeren. Binnen televisie gaat het vaak over een zoektocht naar een bepaalde chemie tussen personages. Het gaat over de juiste mensen op de juiste plaats.” 

Evelien: “Je leert wel, ik weet niet of het gezond of ongezond is, om ontzettend goed met afwijzing om te gaan. In het begin was ik uit mijn lood geslagen als ik een auditie niet had en die rol juist heel graag wou. Nu doe ik een casting en weet ik dat het niet meer in mijn handen ligt. In de voorstelling Crashtest Ibsen van Het Zuidelijk Toneel heb ik een erg mooie zin: De kracht van de mens zit hem niet in zijn toekomstvisionen, maar in hoe hij met zijn teleurstellingen weet om te gaan. Er schuilt veel waarheid in die zin. Flexibiliteit is erg belangrijk, maar dat is ook heel persoonlijk. Sommige mensen hebben gewoon de kracht en mentale weerbaarheid niet. Acteurs vinden meestal wel een manier om met die afwijzing om te gaan, al kan het ook gezond zijn om even te rouwen.” 

Hebben jullie een uitgesproken voorkeur tussen theater en televisie?
Evelien: “Het is allemaal begonnen op het podium. De toneelschool gaat over die prachtige rollen mogen spelen. Je komt dan in het werkveld en ontdekt dan de wereld van tv en film… Tja, het vult elkaar op een magische manier aan.” 

Joke: “De rijkdom zit ‘m inderdaad in de afwisseling. Op de set heb je een alertheid nodig, de repetitieperiode is er erg kort. Binnen het theater leer je net ruimte te nemen die nodig is om je personage te doorgronden.” 

Hoe doorzoek je dan je personage voor TV of film?
Joke: “Dat is toch vooral thuiswerk waar je jezelf aan moet zetten, een totaalbeeld van een personage komt niet vanzelf. Al had ik laatst enkele heel toffe ideeën over een personage, toch kwam de regisseur me zeggen dat die niet strookte binnen het grotere geheel. Je bent een kleiner onderdeel binnen een vertelling. 

Evelien: “Ook dat kan fijn zijn, de verantwoordelijkheid voor het grotere geheel uit handen mogen geven.” 

Het valt op dat jullie vaak een lichtheid naar de bühne brengen? Is dat een bewuste keuze?
Evelien: “We vinden dat belangrijk. Ik volg daarin Waas Gramser (Compagnie Marius) Zij zegt: Zelfs in tijden van oorlog zouden we comedy’s moeten blijven spelen. Het is het broodnodige tegengif voor maatschappelijke crisissen. Moraliserende stukken lijken ons niet de ingang om iets in gang te zetten.” 

Joke: “Ik moet denken aan de wijze woorden van Janne Desmet. Ze zei ooit: Net door mensen te laten lachen, gaat hun buik open, waardoor de emoties veel dieper binnenkomen. Dat vind ik heel mooi en waardevol. Door te lachen ontspan je op een bepaalde manier, waardoor je veel dieper geraakt kan worden. De frictie tussen de twee is heerlijk. Het ligt natuurlijk ook aan welke voorstelling we spelen, maar als we zelf iets maken of schrijven zal er altijd een vleugje humor in zitten.” 

Als cultuurinstelling zouden we meer moeten streven naar een kruisbestuiving tussen publieken. Zagen jullie je publiek veranderen naar mate jullie succes op televisie steeg?
Joke: “Ik merk dat nu met Surfer Rosa Begijntje waarin de hoofdrol is weggelegd voor de muziek en de tekst. Wij spelen alleen op emotie en gezichtsuitdrukking. Het moment dat we opkomen, hoor je af en toe door de zaal ‘oh dit wordt leuk, daar is Joke en Pieter Embrechts, we gaan lachen’ Tijdens de voorstelling zie je dan mensen in de war geraken en dat vind ik best leuk. Als mensen dan achteraf komen zeggen, het was redelijk experimenteel maar we vonden het heel mooi, tsja, dan heb je het publiek kunnen overtuigen door je spel.” 

Evelien: “Ik weet niet hoe het juist te verwoorden, maar soms heb ik heimwee naar de goeie oude tijd. Neem nu Els Dottermans. Als die opkomt, dan voel je door de zaal een soort glimlach oprijzen. Ik denk dat het komt omdat de mensen vroeger applaudisseerden toen de acteurs opkomen. Ze hadden nog niets gespeeld of kregen al applaus. Je verbindt mensen. Joke doet dat ook, dat voel ik als ik met haar speel. Joke komt op en er gaat een zucht door de zaal. Dat je zoiets kan creëren, zonder zelfs bij een vast huis te zitten waar je elke week speelt. Joke heeft dat op zichzelf gecreëerd, ze is een stadstheater op zichzelf.” 

Joke: (tot Evelien) “Maar mensen komen toch ook met bepaalde verwachtingen naar jou kijken?” 

Evelien: “Niet op de Dottermans-wijze. Ik heb dat bij haar gevoeld en bij u. Er gaat dan een soort glinstering door de zaal.” 

Jullie zijn afkomstig uit Mol en Neerpelt. In hoeverre heeft het leven en studeren in de stad jullie zoektocht naar je creatieve identiteit beïnvloed?
Joke: “Voor mij heel hard, ik kwam uit Neerpelt. In mijn ogen ging ik toen naar een ‘grote enge stad’. Ik ben eigenlijk alleen maar bezig geweest met de zoektocht wie ben ik? En natuurlijk weet ik het nog altijd niet…” 

Evelien: “Op mijn 14de landde ik reeds in Antwerpen. Ik zat eerst op een streng college in Mol om hier mijn middelbaar nadien verder te zetten in deKunsthumaniora. Die plek was voor mij echt een openbaring, een thuiskomen. Nadien ben ik op het Conservatorium terechtgekomen en daar heb ik een identiteitscrisis gehad met een buis als resultaat. Ik had zo hard gewerkt, zo hard toegeleefd naar dat moment. Misschien was het dat toch niet? Gelukkig ben ik nadien in Maastricht terecht gekomen.” 

Joke: “Je was gewoon meer een speler. Je zat in de foute richting.” 

Evelien: “Ik dacht toen van niet. Ik hou ook echt van poëzie en literatuur. Misschien hebben ze die liefde me toen wel een beetje ontnomen. Ik deed het echt graag.” 

Evelien staat dit voorjaar twee maal in De Kern, met Leocadia van Marius en met een nieuwe creatie met Katelijne Verbeke. Joke, jij creëert samen met je vriend Visjal Weg van India. Hoever staan jullie in het creatieproces? 

Evelien: “De repetitieperiode voor Cornelius en the aliens moet nog starten. Ik ben nieuwsgierig. Katelijne speelt een oudere man met oude denkbeelden. Ik speel een jonge vrouw met een totaal andere kijk op het leven. Die clash gaan jullie hopelijk voelen op de bühne. (lacht)” 

Joke: Wij zullen op hetzelfde moment aan het repeteren zijn. Ik zit momenteel in de schrijffase, heel spannend. Want je kan alles vertellen natuurlijk. En wat kies je? Wat vind ik het belangrijkste? 

Wij kijken er erg naar uit! Merci voor dit gesprek.

Interview: Dries De Meester