"L'Ennemi is vooral een film over België"

Patrick Duynslaegher in gesprek met regisseur Stephan Streker. 

Cinema De Kern gaat vandaag opnieuw van start, met de film L'Ennemi.
Regisseur Stephan Streker gaat dieper in op de film en zijn werk. 



Jérémie Renier zei in een interview dat L’ennemi geen film is over de moordzaak rond voormalig Ecolo-politicus Bernard Wesphael, maar veeleer een metafysische film over de hellevaart van een politicus die alles verliest: de liefde, het verstand, zijn menselijke waardigheid. 

Stephan Streker: "Dit is een juiste formulering van wat de film werkelijk is. Het merendeel van de acteurs had nooit gehoord van een affaire Wesphael. Niet zo verwonderlijk want de meeste acteurs komen uit Frankrijk of zijn Vlamingen en deze gemediatiseerde affaire beroerde vooral Franstalig België.

Jérémie woont afwisselend in Valencia of Parijs en had geen weet van deze affaire. Ik drong erop aan dat hij zich vooral niet in die rechtszaak ging verdiepen maar zich zou toespitsen op de visie die we samen zouden construeren. Beweren dat dit een film is over de zaak Wesphael zou onjuist zijn. Wat natuurlijk wel klopt is dat ik zonder die zaak niet aan deze film had gedacht. Fundamenteel vertelt deze film over iemand wie iets overkomt waar een mysterie over hangt en waar iedereen een uitgesproken mening over heeft. Toen ik over de affaire hoorde, herinner ik me dat ik op eenzelfde dag twee mensen zag van wie de een me uitlegde dat hij er rotsvast van overtuigd was dat de man zijn vrouw vermoord had en de ander er rotsvast van overtuigd was dat hij onschuldig was.

En beiden kwamen ze met hun argumenten om hun stelling te bewijzen. Wat ze vertelden zei meer over henzelf dan over de zaak zelf. Dit gaf me het idee om te vertrekken van dit substraat: een vrouw sterft in een hotel, haar echtgenoot wordt beschuldigd van moord, zijn hele wereld stort in elkaar en iedereen beweert met zekerheid te weten wat er precies gebeurd is. Ik vond dit een geweldig onderwerp voor wat ik een innerlijke thriller zou noemen. Het intieme is wat me het meest interesseert in cinema. Hoe sta je, in je diepste gedachten, tegenover jezelf.

Cinema is uitermate geschikt om dit te exploreren. Alle grote regisseurs van wie ik hou behandelen dit thema, je zou haast zeggen dat de cinema gemaakt is om dit te capteren. De originele titel van de film luidde: L’ennemi intime, maar L’ennemi tout court is veel mooier. Er zijn natuurlijk momenten waarbij we het slachtoffer zijn van anderen maar doorgaans zijn we het slachtoffer van onszelf. Heel vaak zijn we zelf onze grootste vijand. 

Als regisseur word je bij een waargebeurd verhaal altijd met vier niveaus geconfronteerd: je hebt de feitelijke gebeurtenissen, je hebt de gerechtelijke waarheid die niet noodzakelijk aanleunt bij de realiteit, je hebt de journalistieke objectiviteit wat betekent dat je een feitenrelaas brengt, en dan is er de vierde optie, die van de kunstenaar. Hij moet er zijn film van maken en we vragen hem dat hij noch objectief is noch dat hij de waarheid vertelt. Want wat is cinema anders dan via een leugen de toeschouwer een waarheid doen ontdekken?" 

De beginscènes van de film tonen flarden uit de echtelijke ruzie en de tragische afloop. We zien niet altijd de verbanden en de chronologie van de gebeurtenissen. Pas later kunnen we de puzzel in elkaar steken. Maar eerst zijn we toch wat gedesoriënteerd. 

"Natuurlijk, gezien alles gebaseerd is op het geheugen en de herinnering. De protagonist die in de film Louis Durieux heet, zegt op zeker ogenblik: de enige die de waarheid kent over wat er in deze kamer gebeurd is, ben ik. Wat niet helemaal juist is, want ook het slachtoffer kent de waarheid. Maar wat ze zich herinneren is fragmentarisch. Ik wou hier zeker de lineaire manier van vertellen doorbreken en enige verwarring zaaien. Maar niks is gratuit, want als je de scènes één voor één analyseert, beantwoorden ze allemaal aan een zekere logica. Ik hield zeker van het idee om de toeschouwer op het verkeerde been te zetten, wat altijd interessant is. Iemand zei dat er in het leven altijd enige ambiguïteit nodig is en dit geldt nog meer voor de film. "

Jérémie Renier zei: ‘Ik heb mijn aders opengereten om dat hermetische personage te spelen en raakte in een toestand die ik nog nooit had meegemaakt.’ 

"Hermetisch is het juiste woord. Jérémie is een zeer intelligente en gevoelige acteur. Ik mag wel zeggen dat onze manier van samenwerken misschien wel het mooiste is wat ik in mijn parcours als cineast heb meegemaakt. Het was extreem lonend. Het is waar dat films maken een collectieve onderneming is, maar tegelijkertijd is het ook een compleet individuele onderneming. Er zijn van die momenten dat je als cineast volledig alleen bent, soms is dit zelfs noodzakelijk. Bij L’ennemi was ik minder alleen, dankzij onze intense samenwerking en het vertrouwen dat tussen ons heerste. Er was een totale overgave van zijn kant. 

Ik wilde dat Jérémie op een natuurlijke wijze ouder werd gemaakt. Eerst dacht ik, misschien moet hij enkele kilo’s aankomen, maar ik zag algauw dat het beter was dat hij zou vermageren, wat hem op een natuurlijke wijze ouder maakte zonder dat we daar maquillage voor nodig hadden. Je ziet zijn ingevallen gezicht. Mensen zeggen wat is hij plotseling oud geworden, maar het was allemaal het werk van de acteur. Hij had een ongelofelijke energie, stelde me soms zelf voor om een harde scène meteen nog eens over te doen. Wat een cadeau voor een regisseur! Hij was altijd zeer veeleisend voor zichzelf en dat heeft alle andere acteurs meegesleept. Want je moet weten dat hij altijd centraal stond, de andere acteurs hadden onder elkaar geen scènes, ze stonden altijd tegenover Jérémie, meestal was het één op één." 

Zijn onbehagen en pijn is existentieel. Dat zie je wanneer hij op het strand voor de zee tegen de hemel schreeuwt. 

"Hij schreeuwt tegen God, zonder dat ik weet of hij gelovig is. Ongeacht of je al of niet gelovig bent, is het zwijgen van God toch het verschrikkelijkste. Wanneer hij roept ‘Tu veux quoi, tu veux quoi?’, is dat een uiting van absolute wanhoop. En ik denk niet dat Louis Durieux de enige is die aan de Noordzee zijn wanhoop heeft uitgeschreeuwd. 

Hoe paradoxaal het ook klinkt, is cinema ook de kunst van de eenzaamheid." 

Kun je iets vertellen over hoe je de liefdesscènes hebt aangepakt? 

"Er is een groot verschil tussen de liefdesverklaring, het huwelijk of de vrijpartij waarin hun omhelzingen heel fel zijn, er iets animaal van uitgaat. Daarom heb ik dit ook in een stilstaand shot gevat. Hoe verder je van de personages af staat hoe meer je ziet, hoe dichter je komt hoe minder je ziet. Zoals Sam Louwyck later zegt: ‘c’est pourqoui on se dispute, pour mieux baiser après.’ Er is iets wat niet helemaal gezond is in hun relatie. Wanneer ze daarentegen elkaar ontdekken krijg je een uitermate romantische scène, op het naïeve af, zoals zijn liefdesverklaring en hun huwelijk. Wat me het meest boeit in een acteur of actrice is de kwetsbaarheid.

De echt grote acteurs slagen erin, door hun instinct of door hun techniek, of een combinatie van beiden zoals Jérémie, kwetsbaar te zijn, zich bloot te geven. En in de scène waarin Jérémie zijn liefde verklaart, is hij op zijn kwetsbaarst. Het is geen toeval dat dit één van mijn favoriete scènes is. Het was de enige scène die Jérémie heel nerveus maakte. Met Jérémie werken is een mirakel, maar dit was de enige dag dat hij zich vragen stelde over de dialoog, of zijn bewoordingen wel juist waren, dat ze de vrouw van zijn leven was, dat hij zoiets nooit zou doen. Waarop ik antwoordde: jij niet maar Louis Durieux wel.

In Noces heb je de echtgenoot, die Pakistaan is, die zijn liefde voor Zahira verklaart en zegt dat van zodra hij een foto van haar gezien had, hij wist dat hij haar beminde. En in Le monde nous appartient is er Vincent Rottiers die op een ongelofelijk naïeve manier zijn liefde verklaart. Ik hou van zulke liefdesverklaringen, dat ontroert me enorm. En indien het niet juist zit, wordt het ridicuul. Maar ik geloof dat je in film het ridicule moet riskeren om tot iets magnifiek te komen. Als je een film maakt heb je geen enkele garantie, je kan je niet beschermen, je kan met om het even wat op je bek gaan. Je riskeert je de hele tijd te vergissen. Bij elke tournage is er dat moment waarop je een scène of opname nullissime vindt. Wanneer je ‘cut’ roept weet je dat het mislukt is en iedereen je ongemakkelijk zal aankijken." 

Het feit dat Durieux gearresteerd wordt is ook te wijten aan een linguïstische verwarring? 

"Dat klopt helemaal, zoiets vind je niet uit! De verwarring tussen micro-en milligram. Hij heeft ook geen gebruik gemaakt van zijn parlementaire onschendbaarheid omdat men hem niet herkend heeft. Hadden de feiten zich voorgedaan in Wallonië of Brussel dan was hij nooit in de cel gevlogen. Ik ben ervan overtuigd dat het vooral een film over België is en het maakt me ook gelukkig als mensen dit opmerken. De eerste keer dat de film vertoond werd op het festival van Angoulème vroegen alle journalisten die me interviewden of België een van de onderwerpen van de film is. Het is een geschiedenis die zich alleen hier kon afspelen en ik adoreer België, want het is toch wel buitengewoon dat we kunnen samenleven met twee culturen die niks met elkaar te maken hebben maar Europa beheersen, de Latijnse en de Germaanse.

We voeren geen oorlog tegen elkaar, we slaan elkaar niet op het gezicht, zelfs al zijn er problemen en politieke geschillen. Wat België problematisch maakt zou je ook het bizarre van het land kunnen noemen. Langs de ene kant heb je een Franstalige eerste minister die geen fatsoenlijk Nederlands spreekt en langs de andere kant een Nederlandstalige premier die gevraagd om de Brabançonne te zingen, de Marseillaise zingt. Dat is toch compleet surrealistisch. En een figuur als Durieux kan op de dijk van Oostende meteen onderscheiden wie de Vlamingen en wie de Walen zijn, al naar gelang ze hem al dan niet herkennen. Dat is toch België en voeten uit!" 

Er is een zeer mooie relatie tussen de zoon en de vader. De zoon neemt de rol van de vader over? 

"Exact. De zoon wordt gespeeld door een groot acteur, Zacharie Chasseriaud, die ook al in Noces speelde. Ik had een acteur nodig die geloofwaardig was als zoon van Jérémie en ook 

oprechtheid uitstraalt. Zoals wanneer hij het heeft over het alcoholisme van zijn vader. Ik wil daarmee geen moreel oordeel vellen, maar tonen hoe de zoon om zijn vader bekommerd is. Hij verwijt zijn vader en zijn moeder dat dit drama kon vermeden worden indien ze wat minder dronken waren. Dat is zijn diepste overtuiging. 

Film laat je ook toe om personages dingen te laten zeggen die je zelf in het echte leven zou kunnen gezegd hebben. "

Je bent zelf de scenarist van je vier lange speelfilms. Je werkt nooit samen met een andere scenarist. Waarom? 

"Ik heb altijd beweerd dat ik met scenaristen wilde werken tot de dag dat een belangrijke Franse agent me zei: je liegt jezelf iets voor want mocht dit zo zijn dan had je die al gevonden. Wat wellicht klopt maar het er niet makkelijker op maakt. Mijn ritme is vrij traag, maar anderzijds heb ik geen zin om aan wie dan ook verantwoording af te leggen. Misschien is het toch een kleine handicap, maar ik heb de juiste medewerker nog niet gevonden. Ik schrijf dolgraag maar dan vooral dialogen. Al de rest, de constructie, de dramaturgie, verloopt moeizaam, dat is echt zwoegen." 

Terwijl daar toch ook vaste regeltjes voor zijn. 

"Absoluut, en ik geloof sterk in die regels. Zo is voor mij de drie-akten structuur van kapitaal belang. Ik spring daar zeer voorzichtig mee om. Eigenaardig genoeg geven bepaalde regels je uiteindelijk veel meer vrijheid. 

Voor Noces legde ik mezelf op dat alle scènes moesten beginnen en eindigen met een beeld van Zahira of indien zij niet in de scène voorkwam, van haar broer Amir. Dus heb ik alle scènes geëlimineerd waarin Zahira of Amir niet aan bod kwamen. Zo zie je bijvoorbeeld nooit de ouders zonder dat Zahira, Amir of beiden daarbij aanwezig zijn. Voor mij was dit fundamenteel. Hetzelfde principe gold voor L’ ennemi. Louis Durieux zit in alle scènes, behalve als Maeva zingt maar dan is Louis wel indirect aanwezig omdat ze voor hem zingt. Je ziet zijn tegenopname niet, alhoewel Jérémie naast de camera stond. Gewoon dit te weten is voor mij hyper belangrijk." 

Wat buiten beeld blijft is soms even belangrijk dan wat in beeld komt? 

"Absoluut. Ik heb daar zelfs een theorie over: de cinema is de kunst van de hors-champ en van de ellips (sprong in de tijd). Asghar Farhadi zei daaromtrent iets fantastisch. Ik ontmoette hem dankzij zijn acteur Babak Karimi die de rechter speelde in La Séparation en in Noces de vader speelt. Hij zei dat als je niet exact weet hoe je een bepaalde scène in beeld gaat zetten, je die scène best kan weggooien. Neem nu dat je een knokpartij toont waar je protagonist bij betrokken is. Je zit te tobben over hoe dit in beeld te brengen, tot je bedenkt dat je die vechtpartij gewoon kan weglaten door gewoon je protagonist te tonen met een blauw oog. Dit volstaat. Schrijf enkel iets dat verband houdt met wat je wil vertellen, vandaar die ellips." 

In de meest subjectieve scènes in de film maak je gebruik van de maskers van James Ensor. 

"Oostende is mijn Belgische lievelingsstad. Ik ben weg van de Noordzeekust, ik ben weg van het Thermae Palace hotel en James Ensor. Het Thermae Palace hotel lijkt wel uitgevonden voor de film. Je kan als cineast niet naar dit hotel kijken zonder het te willen filmen. We hebben vooral gebruik gemaakt van die bevreemdende lange gangen en ook van het buitenzicht, terwijl we alles wat zich binnenskamers afspeelt in een studio hebben gedraaid. 

Ensor is onlosmakelijk verbonden met Oostende en er zijn natuurlijk de maskers in zijn werk. Het was evident dat ik dit in mijn film zou gebruiken. We hebben gedraaid in het huis van Ensor, hebben de echte maskers kunnen filmen maar uiteraard hebben we kopieën gemaakt als ze door de acteurs gedragen worden gezien ze elkaar het masker afrukken waardoor de originelen zouden beschadigd worden. 

De keuze van Ensor was zo evident dat het niet nodig is om dit uit te leggen of er over te intellectualiseren. Ze passen perfect in het verhaal dat ik wilde vertellen en daarenboven zijn ze uitermate cinematografisch dus was het heel fijn om op mijn manier hulde te brengen aan de Belgische kunstenaar die ik het meest bewonder. 

Maar de notie of iets nu subjectief is, op waarheid berust of gelogen is, daar laat ik elke toeschouwer voor zichzelf over oordelen. Ik neem een standpunt in, ik stel de toeschouwer een visie voor terwijl ik me bedien van het beeld, het geluid en de tijd _ de drie absolute fundamenten van de filmtaal. Ik gebruik ze op de beste manier die ik kan, maar het moreel oordeel laat ik aan de toeschouwer over, het is niet aan mij om te zeggen wat er nu echt is gebeurd, wat realiteit of fantasie is. Ik geloof ook dat elke film meer is dan de interpretatie die je eraan kunt geven. Zei François Truffaut niet dat ‘Wat hebt u nu willen vertellen,’ de ergste vraag is die je aan een cineast stellen kunt. "

De vrouwelijke hoofdrol wordt gespeeld door Alma Jodorowsky, de kleindochter van Alejandro Jodorowsky, de legendarische Chileense filmmaker (El Topo, La Montana Sagrada). 

"Behalve dat het een buitengewone jonge vrouw is en een buitengewone actrice is ze zelf ook een echte kunstenares: ze realiseert experimentele filmpjes, clips. Toen ik haar voor ’t eerst zag droeg ze een felrode jurk en zei ik dat ze de hoofdrol kreeg indien ze in dezelfde rode jurk in de film wilde verschijnen. Aan alle actrices die ingingen op de casting oproep had ik gevraagd om het liedje van Mouloudji ‘Un jour tu verras’ te zingen, het mooiste liefdesliedje dat ik ken. Het was natuurlijk geen verplichting, indien ik een goede actrice had gevonden die niet kon zingen, dan was die scène uit de film verdwenen. Toen ik Alma zag was ik snel overtuigd dat zij de juiste keuze was, ik polste nog even of ze kon zingen en ze vertolkte die song verrukkelijk." 

In bijrollen duiken ook een aantal bekende Vlaamse acteurs op. 

"Het personage dat zeven talen spreekt heb ik wel speciaal voor Sam Louwyck geschreven. Ik stuurde hem het script en daarna vroeg hij me hoe ik wist dat hij zeven talen sprak, terwijl ik dit helemaal niet wist. Voilà, nog een gelukkig toeval. Ik wou absoluut Peter Van den Begin in de film omdat hij een van de interessantste koppen heeft die ik ken. Je kan hem van alle mogelijke kanten filmen, het resultaat is altijd pure magie. Voor de rol van de rechter wou ik absoluut Bruno Vanden Broucke die ik in de K.V.S. gezien had in Missie van David Van Reybrouck. Jeroen Percevals rol is een beetje krap uitgevallen maar ik ben toch blij dat hij erbij was."