Jazz Wilrijk, tot aan het eind van de notenladder en terug

Elk cultuurhuis kent z’n eigen informele start van het seizoen. Een dag of een weekend waarvan je weet: er is geen weg terug, vanaf nu blijven we onafgebroken roetsjen op de achtbaan tot in juni. Voor De Kern is dat officieuze moment elk jaar opnieuw Jazz Wilrijk. Toen we afgelopen zaterdag, ergens diep in de nacht klaar waren met de afbraak deelde iedereen hetzelfde gevoel: inderdaad. Nu is het nieuwe seizoen echt begonnen.

Ik heb tientallen edities van Jazz Wilrijk meegemaakt. Natte, uitgeregende versies, koude versies die het begin van de winter leken aan te kondigen en warme, bijna zwoele edities zoals afgelopen weekend. Ik heb het festival zien evolueren, van kleinschalig naar groot, met wisselende locaties ook. En bovenal heb ik het festival inhoudelijk zien groeien. Waar tijdens de eerste jaren amper tot geen jazz geprogrammeerd werd (het had in die tijd beter Tex Mex Wilrijk geheten of Blues Wilrijk), hadden opeenvolgende muziekprogrammatoren van De Kern, eens het festival in onze handen kwam te liggen, een duidelijke richting voor ogen. Van eerste stappen richting jazz, tot voorzichtige bijsturingen in de richting van de betere, meer relevante jazz, tot waar we vandaag staan: een festival dat zonder schroom een staalkaart wil bieden van wie hier en nu de Belgische jazzscene kleur geeft.

Veel veranderde toen we begonnen werken met lokale curatoren. Eerst Jelle Van Giel, nu Ewout Pierreux: beiden tegelijk als docent werkzaam aan respectievelijk de Jazz Afdeling van de Academie Wilrijk en de!Kunsthumaniora én zelf als muzikant actief in die bloeiende scene. Het verklaart alleszins waarom we afgelopen weekend én het Sam Joris Octet feat. papa Bert Joris te gast hadden voor het (reeds lang op voorhand uitverkochte) openingsconcert in De Kern, én onder andere Matthias Van den Brande Trio, én Milan Verbist Trio, én Yentl, én Alex Koo én ongeveer iedereen samen in wisselende bezettingen achteraf tijdens een erg gesmaakte nachtelijke jam in onze foyer.

Zoals dat gaat, heb ik het meeste gemist. Ik was getuige van het hemelse concert van pianist Alex Koo in de Sint-Bavo kerk (hij haalde klanken uit zijn instrument die er via kleine verstopte computers leken aan toegevoegd en hoe hij speelde op  de akoestiek van de hoge noten – fenomenaal). Aansluitend maakte ik het slot mee van het concert van Milan Verbist Trio, een optreden waarvan het spelplezier vuurtorengewijs tot ver over de A12 afstraalde. De afsluitende jamsessie (het publiek bleef zitten, de muzikanten hadden goesting, niemand wilde naar huis…) was genieten van de eerste tot de laatste seconde.


Ik heb verschillende malen in mijn arm geknepen. De beste muzikanten, op tal van onverwachte plekken in Wilrijk, voor een talrijk publiek dat zin had om hen te volgen tot aan het einde van de notenladder en terug – Jazz in Antwerpen is al lang niet meer iets van het Middelheim alleen. Tijdens de nachtelijke afbraak daagde het me. Nooit eerder had ik me gerealiseerd hoe mooi onversneden volksverheffing kan zijn.

Max Temmerman 
directeur De Kern