© Marie Bouly

"Op vele vlakken ben ik hier thuis"

Nico Sturm

Nico Sturm is een veelzijdig podiumartiest. De kiem van zijn talent ligt in Wilrijk. Hij werd niet alleen de nieuwe artistiek directeur van Tutti Fratelli, maar wij zijn verheugd om hem te verwelkomen als Kernkunstenaar. Wij gingen met hem in gesprek.


Sinds kort ben je artiest leider van Tutti Fratelli en hebben we jammer genoeg afscheid moeten nemen van theatericoon Rheinhilde Decleir. Hoe heb je de voorbije tijd ervaren?

“Rheinhilde heeft me dat gevraagd. Ik kon daar niet van weglopen. Ze heeft héél veel liefde achtergelaten. Veel mensen op het juiste spoor gezet, veel cadeaus gegeven aan mensen. Het vuur dat ze ontstoken heeft, zal nog heel lang blijven branden. Blijvend vuur dat de mensen aanwakkert om verder te gaan. We hebben niet voor niets ‘we zullen doorgaan’ gezongen. Dat is de grootste troost en het grootste geschenk om door te gaan, door te gaan met mooie verhalen te vertellen.”

Verhalen vertellen doe je al heel je leven. Waar komt de microbe voor de podiumkunsten vandaan? “Waarschijnlijk rond het kampvuur van Chiro t’Allemanneke. Op zo’n kampvuuravond moesten we per groep een stukje show opvoeren. Sommige vrienden vonden het verschrikkelijk om op te treden en te spelen voor een groep. Ik vond het heerlijk en kon er van genieten. Iets later ben ik door toeval bij het Wilrijkse Dionteater terechtgekomen. Ik sportte veel in die tijd maar door een blessure stond ik een tijdje aan de kant.

Mijn vader Felix Sturm was een lichtman en er kwam een rol vrij bij de Bremer stadsmuzikanten. Ik ging er op auditie voor de rol van haan. Regisseur Gust Engel ging in de prachtige zaal zitten en zei ‘Kukelekuut ne keer’. Ik heb dan gekukelekuud. Er viel een stilte in de zaal en toen hoorde ik de bevrijdende woorden ‘ge hebt de rol’. Dat was mijn eerste rol bij het Diontheater. Het smaakte naar meer en ben daar blijven hangen.

De liefde voor de podiumkunsten is blijven bloeien. Ik moest de sprong wagen anders had ik mijn hele leven gedacht ‘had ik niet op die scène moeten staan’. Ik heb het geprobeerd en het is me gelukt.”

 En met brio, je bent niet alleen een veelzijdig acteur maar je schrijft, coacht, regisseert,… welke discipline doe je het liefst? 
“Ik vind het rondwaren misschien wel het fijnst en het verfrissendst. Door de vele disciplines te combineren blijf je alert. Je blijft niet in één hokje zitten of op één plek wonen. In die zin heb ik al vele planeten bezocht. Het is heel moeilijk om te zeggen ‘die éne planeet is de mooiste’. Het reizen tussen de verschillende planeten blijft het boeiendst.

Als je nu toch zou zeggen: je mag nog maar één ding uitvoeren in het leven binnen de kunst en cultuur? Dan denk ik toch spontaan aan het theater. Je hebt daar de dichtste band met het publiek. Ik hou van de directheid. Als het mooi samensmelt, dan zeggen we luidop of stilzwijgend ‘Ik hou van u’ en dan voelen we dat ook even allemaal samen. Je hebt een directe emotie die samensmelt en dat is wel uniek bij theater. Het is hier en nu, dat éne moment.”

Je schrijft ook wondermooie verhalen. Wanneer kan de Wilrijkenaar je eerste boek in de winkelrekken terugvinden? 
“Schrijven is een belangrijk deel van mijn leven, maar ik ben er nog niet mee naar buiten getreden. Er is een oerverhaal. Een verhaal dat lang alle andere verhalen in de weg heeft gestaan. Ik wou dit eerst afwerken, vooraleer ik andere verhalen in boekvorm de wereld zou insturen. Nu heb ik besloten om het niet te doen en het oerverhaal te laten verder leven tot het einde van mijn dagen.

Er zit nu effectief een ander verhaal in de pijplijn. Al worden die plannen even opzij geschoven. Ik moet gewoon tijd maken.“

Je stond al meermaals op onze bühne en keert altijd met plezier terug. Wat vind je bijzonder aan De Kern?
“Artiesten krijgen binnen De Kern altijd een warm ontvangst van de kookploeg. We genieten altijd van heel lekker eten, gemaakt met veel liefde. Er wordt tijdens het eten ook altijd gezellig gebabbeld. Ik vind het belangrijk om voor een voorstelling in de juiste sfeer te komen door lekker te eten. Iemand te eten geven is één van de schoonste manieren om iemand welkom te heten.

Ik ben een vriend en fan van De Kern-directeur Max Temmerman. Jullie nodigen mensen uit op een wervelende en kritische manier. Je komt in een huis met smaak terecht. In sommige huizen in Vlaanderen worden er lukraak dingen op het podium gezet. Hier wordt er op een schone manier over nagedacht. Op vele vlakken ben ik hier thuis. Ik ben hier opgegroeid. Het voelt als een thuismatch als ik hier speel.”

Je staat komend seizoen met de nieuwe productie van HetGevolg in onze schouwburg. Kan je al een tipje van de sluier lichten over de voorstelling Julia?
“De reden waarom je iets maakt of speelt, hangt voor een groot stuk af van een ontmoeting waar je voor kiest. Ik heb gekozen voor een ontmoeting met Iris Bouche, een choreografe die ik al heel lang ken. We ontmoeten ook een actrice van HETGEVOLG, Julie. Een dame die me heel hard intrigeert, waar ik een beetje verliefd op ben. Het wordt heel hartverwarmend. Het zal iets heel liefdevol zijn. We gaan schaamteloos onze poëzie naar boven laten komen, als een soort pleister voor sommige wonden.” ’