De Kern sprak met Kato Cornil

Kato Cornil staat aan de vooravond van de première van haar afstudeervoorstelling Plastic Fantastic. Tussen twee repetities konden we haar strikken voor een boeiende babbel. Op maandag 4 december is haar voorstelling te bewonderen in De Kern. 

Je studeert bijna af als regisseur aan de Toneelacademie van Maastricht, klaar dus om het werkveld te veroveren. Maar een eerste, niet onbelangrijke vraag: wie is Kato Cornil? 
Van kindsbeen was ik gegrepen door het theatervirus. Vroeger speelde ik zelf theater en droomde ik ervan om actrice te worden. Toch merkte ik snel hoe fijn het is om de touwtjes in handen te hebben en om zelf iets te maken. Vanuit het spelen groeide de wens om dingen naar het podium te brengen. Ik voel me altijd heel vereerd als acteurs mijn idee tot leven wekken. Al snel wist ik, hierin moet ik verder gaan en heel impulsief deed ik mee aan de audities in Maastricht. De regie in handen nemen van een stuk, het geeft me gewoon ontzettend veel voldoening. De regieopleiding van Maastricht was dan ook een beetje thuiskomen, hier moest ik zijn. 

Als je het spelplezier ziet bij je acteurs, kriebelt het dan niet om zelf ook opnieuw te spelen? 
Dat sluit ik zeker niet uit, maar voor nu haal ik meer drive en voldoening uit het bedenken van een concept en dat tot leven zien komen op het toneel. 

Je stelt op 4 december Plastic Fantastic voor aan het Antwerpse publiek. Waar ligt de kiem van je afstudeervoorstelling?  
Het idee ontstond vorig jaar tijdens een performance van onze klas op een opening van een tentoonstelling in Z33. De expo inspireerde me om iets te doen rond plastische chirurgie. In ondergoed ben ik toen met een stift in de hand op bezoekers afgestapt met de vraag: “Welke plek van mijn lichaam moet ik onderhanden laten nemen en waarom?” Door hun reacties ontdekte ik dat het een gelaagd thema was. Het voedde mijn interesse om het uit te diepen. Schoonheid is heel subjectief. De meningen waren immers erg verdeeld. Zelf mensen die in eerste instantie niets aan me wilden veranderen, omdat ze me niet wouden kwetsen, kwamen na doorvragen toch met ideeën. 

Je voorstelling diept het thema verder uit en staat stil bij hoe onze maatschappij kijkt naar het schoonheidsideaal?
Ja, maar ook hoe wij als mens een enorme drang hebben om er op een bepaalde manier uit te zien. Ik heb in mezelf tijdens het onderzoek een soort perversiteit ontdekt. Langs de ene kant wil ik als vrouw beoordeeld worden omwille van mijn talent, intelligentie en de dingen die ik presteer. Al is er ook die andere kant, dat ik de mooiste wil zijn. Die wrijving en spanning probeer ik op het toneel te krijgen. 

Welke werkmethodiek ga je hiervoor hanteren? Hoe ga je van die kiem naar een afgewerkte voorstelling? 
Meestal vertrek ik van een tekst, waarin ik een kern vind die me raakt en inspireert. Die tekst gaan ensceneren, dat is eigenlijk het liefste wat ik doe. Al heb ik het voor deze voorstelling anders aangepakt. Ik heb vijf actrices geselecteerd. (Stefana Kraaijestein, Trix Van Erkel, Mae Rovers, Robin Zaza Launspach, Romy Gevers) Ik wist dat ze erg veel van zichzelf geven, daarom hebben we vanuit impro’s de thematiek verder uitgediept. Toch ben ik nu weer op een punt beland dat ik een tekst heb gevonden die voor mij alles zegt. Dat perfect weergeeft wat ik wil vertellen. (De Sneeuwwitje-dialoog van Elfride Jelinek, nvdr) Waarschijnlijk wordt dat dus de body, de structuur van de voorstelling. Terwijl ik dat niet had verwacht. 

Wanneer heb je beslist om je creatie tot leven te roepen met vijf actrices? 
Ik had al één van de vijf actrices geregisseerd. Van twee actrices wist ik dat het onderwerp erg nauw aan het hart lag én dat ze erg sterk zijn om te vertrekken vanuit het spel op de bühne. De rest ben ik gaan zoeken om als groep een coherent geheel te krijgen. Een acteur kan soms een bepaalde intensiteit hebben. Je moet als regisseur de balans en juiste energie proberen bewaken. 

Hoe verlopen de repetities? 
We hebben enorm veel materiaal. Ik sta nu op het punt om te herbronnen en alles op één heldere lijn te krijgen. Het is best spannend en zoeken. Ik ben mezelf ook aan het heruitvinden. Vorige week was ik de weg kwijt, nu weet ik weer waarvoor ik het doe. (lacht.)

Wij kijken er erg naar uit en zitten op de eerste rij!  Klaar voor een snelle vragenronde? 
Wat is je favoriete karaktereigenschap? 
Empathie

Wat waardeer je het meest aan je vrienden? 
Empathie, maar ook een soort van onvoorwaardelijkheid. We kunnen elkaar maanden niet zien, maar de vriendschap blijft onveranderd. 

Wat is je favoriete bezigheid? 
Naar het theater gaan natuurlijk! 

Wat is je idee van geluk? 
Als alles wat niet goed is in je leven te relativeren valt. 

Wat is je favoriete kleur? 
Blauw, de kleuren van mijn ogen. Ik krijg ook veel complimenten als ik iets blauw aan doe, dan komen mijn ogen beter uit. (lach)

Wat is je favoriete bloem? 
Een roos, en dat heeft met mijn oma te maken. Zij is een echte rozenvrouw en heeft haar leven ingericht naar rozen. Er is een roos naar haar genoemd, én een rozenparfum. Binnenkort neem ik het parfum over, dus zonder twijfel: de roos. 

Hoe heet je parfum? 
Roses of Flanders. 

Wie is je favoriete kunstenaar? 
Moeilijk… maar ik heb wel een kunstenares waar ik nu aan denk: Niki de Saint Phalle. 

Wat is je lievelingseten? Of waar heb je nu trek in? 
Ik kan eigenlijk altijd pasta eten. 

Wat haat je het meest? 
Dingen die nodeloos gecompliceerd zijn. 

Wat is je huidige gemoedstoestand? 
Excitement. 

Wat is je favoriete motto? 
Uiteindelijk komt alles goed. 

Wees maar zeker – wij ontvangen je met open armen op maandag 4 december in De Kern!